Lezing: Misdaad in de middeleeuwen
Er is een groot verschil tussen het patroon van misdaden op het platteland en in de steden. Dat verschil was in de middeleeuwen nog groter. In deze lezing vertel ik daarom ook iets over de samenleving op het platteland en in de steden, om vervolgens aan te geven, welke gevolgen dat voor de criminaliteit had.
In de middeleeuwen waren de aantallen misdrijven in verschillende groepen misdaden heel anders dan tegenwoordig. Diefstal en roof komen tegenwoordig veel vaker voor, maar geweldpleging en doodslag waren in de middeleeuwen juist veel talrijker; de kans om door geweldpleging te overlijden was heel groot.
Ik behandel een paar van de belangrijkste groepen misdaden en vertel, welke straffen daarvoor gegeven werden. De middeleeuwers staan bekend om hun wrede en bizarre straffen, zoals radbraken, brandmerken, onthoofden en de schupstoel. Daardoor hebben ze de naam gekregen dat ze primitief en wreed ware. Dat is echter niet terecht. De middeleeuwers hadden maar beperkte mogelijkheden voor bestraffing: gevangenisstraf kostte veel geld en ontsnappingen kwamen veel voor. Dan is het opvallend dat doodstraffen maar 1,5 tot 2% van de vonnissen uitmaakten en lijfstraffen zelfs maar 0,5 %. Liever legde men verbanningen en boetes op.
Daarna zullen we zien hoe de criminaliteit zich van de veertiende tot de negentiende eeuw ontwikkelde en hoe dat samenhing met de sociaaleconomische en culturele omstandigheden in verschillende gebieden en verschillende tijden. Bij de lezing wordt heel veel beeldmateriaal geprojecteerd.
Na de pauze deel ik kopieën van een aantal middeleeuwse vonnissen uit in het oorspronkelijke, middeleeuwse handschrift. Dat handschrift lijkt heel moeilijk, maar als we een paar vonnissen hebben gelezen, valt al meteen op hoe regelmatig het handschrift is, hoe voorspelbaar de formuleringen en hoe herkenbaar de taal wordt. Zo kunnen we zien hoe misdaad en straf er in de praktijk uitzagen. Verder is er gelegenheid tot vragen stellen.
In de middeleeuwen waren de aantallen misdrijven in verschillende groepen misdaden heel anders dan tegenwoordig. Diefstal en roof komen tegenwoordig veel vaker voor, maar geweldpleging en doodslag waren in de middeleeuwen juist veel talrijker; de kans om door geweldpleging te overlijden was heel groot.
Ik behandel een paar van de belangrijkste groepen misdaden en vertel, welke straffen daarvoor gegeven werden. De middeleeuwers staan bekend om hun wrede en bizarre straffen, zoals radbraken, brandmerken, onthoofden en de schupstoel. Daardoor hebben ze de naam gekregen dat ze primitief en wreed ware. Dat is echter niet terecht. De middeleeuwers hadden maar beperkte mogelijkheden voor bestraffing: gevangenisstraf kostte veel geld en ontsnappingen kwamen veel voor. Dan is het opvallend dat doodstraffen maar 1,5 tot 2% van de vonnissen uitmaakten en lijfstraffen zelfs maar 0,5 %. Liever legde men verbanningen en boetes op.
Daarna zullen we zien hoe de criminaliteit zich van de veertiende tot de negentiende eeuw ontwikkelde en hoe dat samenhing met de sociaaleconomische en culturele omstandigheden in verschillende gebieden en verschillende tijden. Bij de lezing wordt heel veel beeldmateriaal geprojecteerd.
Na de pauze deel ik kopieën van een aantal middeleeuwse vonnissen uit in het oorspronkelijke, middeleeuwse handschrift. Dat handschrift lijkt heel moeilijk, maar als we een paar vonnissen hebben gelezen, valt al meteen op hoe regelmatig het handschrift is, hoe voorspelbaar de formuleringen en hoe herkenbaar de taal wordt. Zo kunnen we zien hoe misdaad en straf er in de praktijk uitzagen. Verder is er gelegenheid tot vragen stellen.